maandag 18 augustus 2014

Waar koffie al niet goed voor is

Ik zit al uren te werken en mijn concentratie laat te wensen over. De afgelopen twintig minuten heb ik niets anders gedaan dan woorden typen en weer weghalen. Het is moeilijk om me te concentreren op mijn computerscherm en mijn blik dwaalt af naar buiten. De berken op het grasveld voor mijn huis hebben hun blad al verloren, het ligt in een hoopje onderaan de voeten van de statige bomen. Verderop staat een treurwilg naast een sloot, die, ondanks het koude weer, zijn bladeren nog vasthoudt. De wind speelt met zijn takken en laat ze sierlijk wiegen boven het water. De eenden, ganzen zijn al niet meer te zien, vechten om de stukjes brood die een meisje met een rode jas in het water gooit.
                Om de spreekwoordelijke sleur van het huiswerk maken te doorbreken, besluit ik om koffie te zetten. Voordat ik de koffie in het filter giet, ruik ik er even aan. De geur activeert mijn hersenen direct en er schiet me een gedichtje te binnen.
 
‘Koffie is lekker, de kleur altijd prachtig.
In sommige gevallen toch net iets te krachtig.
Een bakje hartkramp is niet mijn keus.
Ik vind het te sterk en het geeft me een loopneus.
 
Cappuccino lust ik ook niet, het schuim vind ik vies.
Het maakt me misselijk en komt weer omhoog als ik nies.
Automatenkoffie vind ik weer te slap.
En onderin het kopje vind je vaak bruine drab.
 
De Caramello op Windesheim, die is the bomb.
Hiervoor loop ik gerust een paar gebouwen om.
Caramelstukjes erop en slagroom zo wit.
Ik kan niet wachten tot het in mijn buikje zit.
 
Dan komt de koffie, warm en zo zoet.
Ik weet niet hoe snel ik het opdrinken moet.
Met bonen zo vers, ter plekke gemalen.
Mensen, excuseer me. Ik ga koffie halen.’
 
Dit kan ik misschien wel gebruiken voor mijn huiswerk. We hebben als opdracht meegekregen om een tekst te schrijven over een onderwerp dat tijdens het college is behandeld. Het mocht van alles zijn, ook iets dat maar heel kort ter sprake is gekomen. In mijn agenda heb ik al de onderwerpen ‘stereotype’, ‘kaartlezen’ en ‘het Calimero-effect’ geschreven, maar ik kan me ook herinneren dat de docent zei dat we koffie mochten halen.
                Mijn koffiezetapparaat is erg snel, dus een paar minuten later zit ik al met mijn kopje ‘zwart goud’ op de bank. Het is nogal koud in huis, maar mijn omgeslagen deken doet wonderen. Ik heb besloten om even niet bij mijn bureau te zitten, maar lekker ontspannen op de bank. Toch mis ik iets. Ik realiseer me dat beneden in de berging mijn schommelstoel staat, klaar om geschuurd en geschilderd te worden. Mijn ouders hebben deze schommelstoel ooit gevonden langs de kant van de weg. Eén poot was eraf en het schilderwerk zag er ook niet al te best uit. Gelukkig kenden ze een timmerman die de stoel voor hen wilde opknappen. Er kwam een nieuwe poot onder, knalrode verf maakte het af. Na de geboorte van mijn zus hebben mijn ouders haar kinderkamer ermee opgefleurd. Twee jaar later, toen ik geboren werd, verhuisde mijn zus naar een ander kamer om plaats te maken voor mij. De stoel bleef staan. Zelfs in mijn ‘tienerkamer’ heeft het altijd een plekje gehad en nu, in mijn appartement, is er ruimte gereserveerd in de woonkamer. De verf is al gekocht, lichtblauw met een vleugje grijs. Het liefst had ik het in een felle kleur geschilderd, met een bloemenstof op de zitting, maar ik moet natuurlijk ook rekening houden met de man des huizes, die liever wat minder opvallende kleuren in huis heeft. De oude verflaag heb ik er al af gestript, nu nog schuren en schilderen en dan kan ik voortaan weer op ‘mijn’ stoel zitten met ‘mijn’ koffie.
 
                Mijn kopje is leeg, ik moet weer aan het werk. Na een korte stop in de keuken voor een ‘refill’ loop ik terug naar mijn bureau om verder te gaan met waar ik mee bezig was: mijn huiswerk. Met mijn zojuist hervonden inspiratie besluit ik om eerst mijn vrije tekst te schrijven. Mijn vingers razen over het toetsenbord en ik heb verrassend weinig moeite om het benodigde aantal woorden op papier, in dit geval het scherm, te krijgen. Af en toe neem ik een slok van mijn heerlijke, wel steeds kouder wordende, koffie. Al drinkend en typend besluit ik voortaan altijd eerst koffie te zetten voor ik aan mijn huiswerk begin. Dat gaat me ongetwijfeld een heleboel tijd schelen.

Geschreven tijdens de minor 'Storytelling'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten